Ruimte vraagt aandacht voor lage grondwaterstand

De zomer van 2018 was een bijzonder droge zomer, waardoor het grondwater spectaculair daalde. Ons grondwatersysteem is voortdurend in beweging: in de zomer dalen de niveaus (planten gebruiken heel wat grondwater om te groeien & een deel verdampt door de hogere temperaturen) en in de winter krijgt het systeem meestal de kans om zich weer te herstellen (door de koudere temperaturen is er geen verdamping & planten verbruiken geen water). M.a.w. traditioneel komt het grondwater tijdens de wintermaanden opnieuw op peil (zie onder meer Het Nieuwsblad 10/02/2019 en DM 10/04/2019).

Dit jaar echter niet. De aanvulling van het grondwater is minder uitgesproken geweest dan in andere jaren. In maart heeft het gelukkig goed geregend,  maar de grondwaterstand is op de meeste meetplaatsen nog steeds té laag voor de tijd van het jaar. Uit cijfers van de VMM is de stand op één derde van de meetlocaties zelfs zéér laag. Zonder een inhaalbeweging van neerslag kan er onmogelijk een buffer opgebouwd worden voor de droge zomermaanden.

Vorige zomer werden er ook in De Pinte tijdelijke maatregelen genomen en werd  volop gesensibiliseerd om spaarzaam om te gaan met onze watervoorraden.  Aangezien vandaag het grondwaterpeil nog onvoldoende hersteld is, zal ook de komende maanden alertheid geboden moeten worden.

Op de gemeenteraad van 29 april 2019 zal raadslid Hilde Claeys deze situatie aankaarten. Meer in het bijzonder verwijst zij naar de bronbemaling en vraagt zij enerzijds dat het gemeentebestuur maatregelen zou nemen om te vermijden dat onnodig  grondwater zou worden opgepompt en anderzijds dat zo alsnog bronbemaling zou nodig blijken, het opgepompte water niet zomaar in de riool zou worden geloosd.

Bronbemaling is een courante werkwijze waarbij bij bouwwerkzaamheden, in het bijzonder bij het plaatsen van regenwaterputten, ondergrondse constructies, maar ook bij sommige wegwerkzaamheden, door de aannemer grondwater wordt opgepompt. Deze pompt namelijk grondwater op om -niet gehinderd door opstekend grondwater- de werken te kunnen uitvoeren. Bronbemaling  maakt dat de grondwatertafel tijdelijk – maar wel verder – verlaagd wordt. Het opgepompte water wordt bijna altijd geloosd in de riolering.  

Het verlagen van de grondwaterspiegel maakt dat er water onttrokken wordt uit de wortelzone van bomen en groen. Vijvers en plassen kunnen droog komen te staan. Fauna en flora kunnen afsterven. En met de afgelopen droge zomer, gebeurt dit dan nog sneller dan anders. 

Gezien de lagere grondwaterstanden is bronbemaling vaak niet nodig. Een proefsleuf graven op de gewenste diepte, kan aantonen dat er reeds bijzonder diep moet gegraven worden om grondwater te bespeuren. Door de macht der gewoonte wordt bij grondwerken bijna automatisch bronbemaling toegepast.

Daarnaast is het lozen van het grondwater op de riolering geen goede zaak voor de rioolhuishouding. Niettegenstaande het zuiver grondwater betreft, wordt er toch slib mee afgevoerd dat niet thuishoort in een gescheiden rioleringsstelsel. Het maakt dat dit water verderop moet gezuiverd worden.Veel beter is het om water op te vangen en bv. ter beschikking te stellen van de buren voor hun plantgoed of  zoveel mogelijk terug in de grond in te brengen buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van infiltratieputten, -bekkens of -grachten. Indien infiltratie technisch niet mogelijk is, dient het water beter afgeleid te worden naar de dichtstbijzijnde waterloop. Pas in laatste instantie  zou het water mogen geloosd worden op de openbare riolering.

Ruimte hoop dat het gemeentebestuur in gaat op de terechte vraag van Hilde Claeys en effectief voorwaarden en omkaderende maatregelen oplegt bij het afleveren van nieuwe omgevingsvergunningen.