Geen nieuw woonzorgcentrum deze legislatuur

Niet meer dan terecht vindt het huidig bestuur (CD&V – N-VA) dat de realisatie van een nieuw woonzorgcentrum dé prioriteit is.

Het zou dan ook logisch geweest zijn om verder te werken op de concrete plannen die in 2018 onder het vorig bestuur (o.l.v. Ruimte) werden opgesteld voor de bouw van een modern woonzorgcentrum, een dagverzorgingscentrum, een multifunctioneel seniorenrestaurant en assistentiewoningen. Deze plannen kwamen tot stand na een uitgebreide studie en op basis van tal van adviezen. Die vertrokken vanuit een onderbouwde visie op een kwaliteitsvolle en betaalbare ouderenzorg, georganiseerd in kleine leefgroepen in verschillende gebouwen, weg van de klassieke grijze zorgblok. Omdat bouwen in een beschermde site geen evidentie is, werden de plannen al afgetoetst met het Vlaams Agentschap Erfgoed.

Ook het idee om de uitbating van het WZC via het pas opgericht intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘De Zorgband’ te laten verlopen, werd onbegrijpelijk verlaten. Zo goed als alle ons omliggende gemeenten besloten om in de Zorgband te stappen en de uitbating dus in publieke handen te houden. Op die manier konden ze genieten van de (financiële) voordelen van een schaalvergroting, een grotere poule van zorgkundigen en een efficiëntere uitbating zonder verlies van de zorgkwaliteit. Alleen De Pinte bleef achter en besloot vanuit een eigen groot gelijk een andere richting uit te gaan. 

De huidige meerderheid koos ervoor om te vertrekken van een wit blad. Er werd een zoektocht opgestart naar een private partner om samen een woonzorgvereniging mee op te richten voor de bouw en de uitbating. Alle plannen, opgedane ervaring en nuttige informatie werden overboord gegooid. 

Ruimte heeft zich in dat traject steeds kritisch doch constructief opgesteld, ook omdat de realisatie van een nieuw woonzorgcentrum nu eenmaal geen politieke spelletjes nodig heeft.

Begin november 2021 besliste de voorkeurkandidaat om zich terug te trekken. Uiteraard heeft de coronapandemie ervoor gezorgd dat alles langer duurde, maar het is verkeerd om te stellen dat dit de zandbank was waarop het schip is vastgelopen. De kandidaat gaf ook aan dat het gebrek aan een zorgstrategisch plan en het uiteindelijke financiële plaatje een te groot risico vormden.

Halfweg in deze bestuursperiode staan we dus nog nergens met ons WZC. Het personeel en de bewoners zien hun hoop op een betere werk- en woonomgeving opnieuw in duigen vallen.

Plots is het bestuur alsnog bereid om de piste van de Zorgband verder te bekijken. Benieuwd of ook de bestaande plannen opnieuw op de tafel komen. Ook nu blijft Ruimte bereid om mee te denken. Intussen zijn drie kostbare jaren verstreken.

Parkbos geen geschikte locatie voor padel

Padel, een mix tussen tennis en squash, is de laatste jaren bezig aan een sterke opmars. In onze gemeente is er één gemeentelijk terrein voorzien aan het tenniscomplex in Polderbos. Door het grote succes is dit terrein weken op voorhand volgeboekt. Bijkomende terreinen zijn dus welgekomen.

Aan het begin van de zomervakantie werd een aanvraag ingediend voor de aanleg van 2 padelvelden op privéterrein in het Parkbos.

voorbeeld van een padelterrein

Ruimte ondersteunt de vraag naar bijkomende terreinen, maar vindt het Parkbos evenwel niet de geschikte locatie om verharde buitensportterreinen aan te leggen. Het Parkbos is de groene long van onze gemeente en de open ruimte moet er gevrijwaard worden.

Bij de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) werd doelbewust gekozen om de buitensporten te concentreren op de site van Moerkensheide. In het RUP Functionele cluster, dat uitvoering geeft aan het GRS, werd plaats voorzien om tennisvelden in te richten. Uiteraard kunnen daar ook nieuwe padelterreinen voorzien worden.

Ruimte hoopt dat de gemeente in overleg treedt met de initiatiefnemers, de duidelijke vraag naar bijkomende terreinen bekijkt en al dan niet in samenwerking met hen de nodige initiatieven neemt om padelterreinen in te richten aan Moerkensheide.

Nieuwe invulling voor het stationsgebouw

Eind dit jaar sluit het stationsloket in De Pinte, de wachtruimte en toiletten blijven wel behouden. Ons station is nochtans een belangrijk spoorknooppunt: voor corona stapten dagelijks meer dan 1500 reizigers op in De Pinte. 

“Het station kan zo een knooppunt worden met allerlei vormen van dienstverlening. Maak er een dynamische plek van, waar mensen graag komen. Zo maken we het openbaar vervoer aantrekkelijk.”

Raadslid Ina Quintyn ziet opportuniteiten en dringt aan bij de gemeente om een nieuwe invulling aan het stationsgebouw te geven.

Op die manier komen we tegemoet aan  allerlei behoeften. De mensen die aanwezig zijn in het gebouw kunnen reizigers helpen die problemen ondervinden aan de ticketautomaat. Hun aanwezigheid draagt ook bij aan een veiliger omgeving. Een bijkomende ruimte is bovendien welgekomen voor ons rijk verenigingsleven.

De gemeente is reeds in gesprek met de NMBS. Er werd een oproep gelanceerd naar ideeën, waarbij gezocht wordt naar samenwerkingen in de publieke, (niet-) commerciële of verenigingssector (vrijetijd, circulaire economie, …). Geïnteresseerde kandidaten en/of mensen met ideeën, kunnen contact nemen met joris.steegen@nmbs.be

Een burgerbegroting of een budget voorzien voor de realisatie van de ingediende ideeën zoals Ina vroeg, zag het bestuur niet zitten, maar ze gaan de aangereikte ideeën wel verder onderzoeken.